Bij de jaarrekening 2022 hebben we gezien dat Apeldoorn er financieel gezien goed voorstaat. De kengetallen die hier uitdrukking aan geven waren positief. Dat geeft ruimte om invulling te geven aan de ambities die we als gemeente hebben voor de toekomst. In de begroting 2023 is daar een begin mee gemaakt en in deze begroting gaan we daarmee door. Dit heeft als gevolg dat we financieel gezien scherper aan de wind gaan varen, maar wel binnen de afgesproken kaders en normen blijven. Zo gaan we onze buffer – de Algemene Reserve – voor een deel inzetten om de plannen die in deze begroting staan beschreven, te realiseren. Uiteraard blijven we voldoende ruimte overhouden om risico’s en tegenvallers op te kunnen vangen. Deze paragraaf en onderstaande kengetallen geven hier inzicht in.
De onderstaande figuur geeft uitleg over de belangrijkste financiële kengetallen die we als gemeente gebruiken om inzichtelijk te maken hoe we er financieel voor staan.
Bij de vaststelling van de Kadernota Reserves en Voorzieningen in mei 2023 is ook onderstaande normtabel vastgesteld. De tabel geeft een waardering aan de belangrijkste kengetallen die daaronder zijn uitgewerkt.
NORMEN | CATEGORIE A | CATEGORIE B | CATEGORIE C | |
---|---|---|---|---|
Minst risicovol | Gemiddeld risicovol | Meest risicovol | ||
Goed | Voldoende | Onvoldoende | ||
1a | Netto schuld quote | < 90% | 90% - 130% | > 130% |
1b | Netto schuld quote excl. leningen | < 90% | 90% - 130% | > 130% |
2 | Solvabiliteitsratio | >50% | 20% - 50% | < 20% |
3 | Grondexploitatie | <20% | 20% - 35% | > 35% |
4 | Structurele exploitatieruimte | >0% | 0% | <0% |
5 | Belastingcapaciteit | <95% | 95% - 105% | >105% |
Onderstaande tabel bevat de berekende kengetallen die horen bij bovenstaande tabel, plus nog drie andere kengetallen. Voor de drie additionele kengetallen geldt dat voor de weerstandsratio ook een norm is vastgesteld in de nota reserves en voorzieningen. De andere twee kengetallen kennen geen normering. Onder de tabel volgt verdere uitleg bij de verschillende kengetallen.
Indicator / kengetal | Peildatum / verwerkt in P&C-document | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31-12-2022 | 1-9-2022 | 1-9-2023 | ||||||
Rekening 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Norm | ||
1a | Netto schuld quote | 51,72% | 72,15% | 67,11% | 69,98% | 78,48% | 82,83% | <90% |
1b | Netto schuld excl. leningen | 46,23% | 66,79% | 62,81% | 65,85% | 74,36% | 78,78% | <90% |
2 | Solvabiliteitsratio | 32,74% | 25,42% | 24,76% | 23,51% | 21,45% | 20,40% | >20% |
3 | Grondexploitatie | -1,18% | 1,10% | 0,60% | 1,72% | 4,04% | 5,54% | |
4 | Structurele exploitatieruimte | 2,87% | 1,20% | 0,20% | 0,51% | -2,09% | -3,24% | |
5 | Belastingcapaciteit | 101,66% | 101,66% | 100,95% | 100,95% | 100,95% | 100,95% | |
6 | Weerstandsratio | 4,31 | 4,18 | 2,14 | 1,82 | 1,78 | 1,81 | >1,7 |
7 | Eigen vermogen incl. resultaat x miljoen | € 250,91 | € 195,19 | € 195,97 | € 192,92 | € 186,78 | € 183,96 | |
8 | Kapitaallastenratio | 4,89% | 4,72% | 4,82% | 5,12% | 5,28% | 5,49% |
Netto schuldquote
Voor een financieel gezonde situatie moet deze netto schuldquote lager zijn dan 90%. Bij de jaarrekening 2022 was deze hier ruim onder en met deze begroting laat dit kengetal een stijgende trend zien. De gecorrigeerde schuldquote blijft beneden de 90% in de laatste jaarschijf. De onzekerheden in de Rijksbijdragen in 2026 en 2027 met als gevolg dat de lasten in deze begroting in die jaren hoger zijn dan de baten, dragen bij aan deze stijging. Ook met de investeringen die voor ons liggen verwachten wij een oplopende schuldquote. Daarbij houden we rekening met een behoorlijke netto toename van ons bezit (vaste activa) in de komende begrotingsjaren en een besteding van onze reserves. In de paragraaf Financiering gaan we hier uitvoeriger op in.
Solvabiliteit (eigen vermogen / totale passiva)
Onze solvabiliteit is met de jaarrekening 2022 op een prima niveau van bijna 33% uitgekomen. Met de bestedingen van reserves en nieuwe investeringen in de komende jaren zal de verhouding tussen dat deel wat met eigen geld is betaald en het totale bezit lager worden. Wij verwachten met een doorkijk naar 2027 op 20,4% uit te komen. Van belang hierbij is dat voor een deel van de bedragen die in het AOF worden opgenomen, nog geen bestedingsvoorstellen zijn vastgesteld, waardoor deze toekomstige bestedingen nog niet zijn meegeteld in de berekening van dit kengetal. Bij de voorjaarsnota van 2024 zullen we eventuele ontwikkelingen die op dit vlak hebben plaatsgevonden, betrekken bij het actualiseren van de solvabiliteit en de schuldquote. Ook het nieuw voor oud proces zal hierbij worden betrokken en kan waar nodig bijdragen aan het beheersbaar houden van deze kengetallen.
Grondexploitatie
We nemen een iets actievere rol in met betrekking tot de grondexploitaties om Apeldoorn verder door te ontwikkelen en dat vertaalt zich in een toename van dit kengetal. De risico's die daarmee samenhangen zijn verwoord in het risico deel van deze paragraaf.
Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door de omvang van onze incidentele baten en lasten. In de eerste twee jaren van deze MPB is dit kengetal positief, vanaf 2026 is dit kengetal vooralsnog negatief. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de begroting in de jaren 2026 en 2027 niet sluitend is.
Belastingcapaciteit
Onze belastingcapaciteit is de verhouding tussen lokale woonlasten meerpersoonshuishoudens (peiljaar 2023) ten opzichte van de landelijk gemiddelde woonlasten (peiljaar 2023). Deze zijn gebaseerd op berekeningen van Coelo. In de berekening van Coelo zijn de woonlasten in Apeldoorn in 2023 een stuk lager dan de gemiddelde woonlasten en komt het percentage uit op 90%. Dit komt door de eenmalige belastingkorting van € 100 in 2023. Omdat deze belastingkorting eenmalig is, is in de tabel voor de toekomstige jaren uitgegaan van de woonlasten exclusief de korting. De gemiddelde woonlasten zijn dan iets hoger dan het landelijk gemiddelde, wat resulteert in een belastingcapaciteit van 100,95%.
Weerstandsratio
Voor de berekening van de weerstandsratio wordt de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. Bij de jaarrekening 2022 was de financiële buffer van de gemeente ruim 4 keer zo groot als het berekende risicobedrag waar we tegen aan zouden kunnen lopen. In de Kadernota Reserves en Voorzieningen 2023-2026 is vastgesteld dat de weerstandsratio minimaal 1,7 moet zijn. De ambities uit deze begroting resulteren in een dalende weerstandsratio die op ongeveer 1,8 uitkomt.
Eigen vermogen
Met de ambities die wij hebben, zal een deel van het eigen vermogen de komende jaren "geïnvesteerd" worden in de stad en daarmee afnemen richting € 184 miljoen.
Kapitaallastenratio
De kapitaallastenratio wordt berekend door het totaal van rente- en afschrijvingslasten met betrekking tot investeringen af te zetten tegen de totale lasten (excl. stortingen aan reserves). De kapitaallastenratio zegt iets over de mate van flexibiliteit van de begroting. Investeringen drukken door de kapitaallasten als last op de begroting, waardoor de flexibiliteit van de begroting afneemt. Er geldt geen wettelijke of andere norm voor deze ratio. Er is op dit moment geen zinvolle signaleringswaarde voor dit kengetal te bepalen op basis van literatuur of de praktijk van andere gemeenten. De informatiewaarde zit vooral in de ontwikkeling van de kapitaallastenratio over de tijd.