1. Inleiding
Dit hoofdstuk gaat over de financiële hoofdlijnen van de programmabegroting 2024-2027. We gaan in op de autonome ontwikkelingen in de begroting bestaand beleid, op de onzekerheden waar we bij het opstellen van deze MPB mee te maken hebben en op de uitwerking van de vastgestelde Voorjaarsnota 2023. We lichten de afwegingen toe die hebben geleid tot onze voorstellen nieuw beleid, stellen criteria op voor het Apeldoorn OntwikkeltFonds en we benoemen enkele scenario's voor het meerjarig begrotingstekort. We sluiten af met de ontwikkeling van de woonlasten van meerpersoonshuishoudens in Apeldoorn.
Zoals de nota van aanbieding aangeeft is de programmastructuur van de MPB 2024-2027 sterk gewijzigd ten opzichte van de afgelopen 10 jaar. Op basis van de brede welvaart indeling van de landelijke planbureaus zijn onze doelen, prestaties en budgetten in vier programma's ondergebracht. Wij hebben de opzet hiervoor op 15 december 2022 en op 23 februari 2023 met het Auditcomité besproken. Daarnaast is in de PMA van 30 maart 2023, in aanwezigheid van het CBS, uitgebreid over brede welvaart gesproken. Door het vaststellen van de MPB 2024-2027 stemt de raad formeel in met de nieuwe programma opzet. De MPB 2024-2027 is ook compacter geworden, zoals met het Auditcomité is afgesproken. De MPB 2023-2026 kent in de webversie 277 pagina's, terwijl de nieuwe MPB 139 pagina's omvat.
Aanpassing van de MPB heeft ook geleid tot herschikking van de effectindicatoren. De wettelijk verplichte indicatoren zijn verplaatst naar een bijlage en we hebben een nieuw hoofdstuk 'indicatoren brede welvaart' toegevoegd. Samen met andere aanpassingen zetten wij daarmee een flinke stap in het vernieuwen van de MPB als planning en control instrument. Waar nodig brengen wij in goede afstemming met de raad in de MPB 2025-2028 verdere verbeteringen aan.
2. Begroting in één oogopslag
De omvang van de MPB bedraagt in 2024 afgerond € 744 miljoen. Een groot deel van de budgetten ligt vast vanwege wettelijke verplichtingen, structurele kapitaallasten en langjarige afspraken. Circa 10 - 15% van de begroting is in een periode van vier jaar beïnvloedbaar. Onderstaande grafiek geeft de verhouding weer van de lasten van ons takenpakket verdeeld over de nieuwe programma's en de (paragraaf) bedrijfsvoering.
Exploitatie uitgaven 2024
bedragen x € 1 miljoen
Voor een grafische weergave van de meerjarenbegroting 2024-2027 hebben wij een infographic opgesteld, die via de website is te raadplegen.
3. Economische en arbeidsmarkt ontwikkelingen
Voor de stand van de economie en arbeidsmarkt in onze gemeente verwijzen wij naar het Trendoverzicht 2022 dat gelijktijdig met de Voorjaarsnota 2023 voor u beschikbaar is gekomen.
4. Onzekerheden
In de Voorjaarsnota 2023 hebben wij beschreven hoe we werken aan onze maatschappelijke opgaven. We hebben daarbij soms te maken met factoren waar we weinig invloed op hebben, maar die wel mede bepalend zijn voor het kunnen waarmaken van onze ambities. Internationaal is dat uiteraard de voortslepende oorlog in Oekraïne. Financieel economisch hebben we te maken met een oplopende rente op de kapitaal - en geldmarkt wat (her)financiering van onze investeringen duurder maakt.
Nationaal wordt de woningbouwproblematiek urgenter, blijft het adequaat opvangen van asielzoekers en Oekraïners een probleem en vragen klimaatbeheersing en duurzaamheid continue aandacht. In dit perspectief komt de val van het kabinet dan ook ongelegen. Landelijke verkiezingen gevolgd door een kabinetsformatie leiden ongetwijfeld tot bestuurlijke vertraging op belangrijke dossiers.
De demissionaire status van het kabinet brengt voor gemeenten verdere onzekerheid met zich mee. In financiële zin geldt dat voor het uitvoeren van de hervormingsagenda jeugdzorg, de financiering van het Klimaatakkoord en de nieuwe financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten na 2025. Wij komen daar later op terug. Het Rijk heeft via de meicirculaire enige zekerheid geboden in de bekostiging door de € 1 miljard die voor 2026 eenmalig aan het gemeentefonds is toegevoegd structureel te maken. Dit is slechts een deel van de oplossing voor de achterstand van € 3 miljard die gemeenten oplopen als gevolg van het Regeerakkoord van het demissionaire kabinet. Op het VNG congres van 23 juni jl. hebben de gemeenten zich hier via een resolutie duidelijk over uitgesproken.
Het is voor ons college dan ook lastig om een meerjarenbegroting op te stellen waar we langer dan één jaar op kunnen koersen. Wij betrekken de onzekerheid bij het proces van midterm review en een nieuw-voor-oud afweging in 2024 waarvoor wij separate afspraken met de raad maken.
5. Opbouw MPB 2024-2027
Het startpunt voor de nieuwe MPB is de uitkomst van de begroting bestaand beleid 2024-2027. Daarin zijn de budgetten opnieuw geïndexeerd, de kapitaallasten geactualiseerd, de leningenportefeuille bijgewerkt en de gevolgen voor het gemeentefonds verwerkt. Voor jeugdzorg en Wmo hanteren we branchecijfers (o.a. CAO) en houden rekening met een jaarlijkse volumegroei van 4%- 5% op basis van ervaringscijfers.
In deze MPB gaan we uit van de indexcijfers van de meicrculaire die voortvloeien uit het Centraal Economisch Plan van het CPB. Voor de trendmatige stijging van de OZB opbrengst hanteren we het prijspeil Nationale bestedingen. De waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen in 2022 bepaalt vervolgens de OZB tarieven voor 2024. Verderop in dit hoofdstuk treft u de gemiddelde) woonlastenontwikkeling 2024 voor een meerpersoonshuishouden aan.
Dit alles leidt tot onderstaande opstelling die de financiële kern van de MPB 2024-2027 vormt. Een - teken voor een bedrag betekent hogere kosten of lagere inkomsten (bedragen x € 1.000).
Transformatietabel MPB 2024-2027 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
---|---|---|---|---|---|
5.1 | Uitkomst BBB 2024-2027 | 17.585 | 25.411 | -13.949 | -21.572 |
5.2 | Mei- en septembercirculaire gemeentefonds | ||||
a. Taakstellende uitgaven | -4.321 | -5.241 | -5.202 | -5.116 | |
b. Invoering inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wmo | 2.250 | 2.250 | |||
c. Hogere rijksvergoeding jeugdzorg (op aanvullende | |||||
post in de rijksbegroting) | 3.500 | 3.000 | |||
d. Gevolgen septembercirculaire 2023 | |||||
5.3 | Voorstellen nieuw beleid Voorjaarsnota 2023 | ||||
a. Onontkoombare ontwikkelingen | -5.954 | -6.875 | -6.723 | -7.585 | |
b. Democratie; raad en griffie | -420 | -420 | -420 | -420 | |
c. Belastingen; verlagen hondenbelasting en terugdraaien | -427 | -427 | -427 | -427 | |
OZB verhoging | - | -pm. | -pm. | -pm. | |
5.4 | Aanvullende voorstellen na integrale afweging MPB | ||||
a. Onontkoombare ontwikkelingen na de VJN 2023 | -5.293 | -5.581 | -5.732 | -5.869 | |
b. Voorstellen met incidentele gevolgen via het AOF | -19.535 | -19.435 | |||
c. Apeldoorn ontwikkelt en Duurzaam fundament | -13.740 | -9.501 | -1.863 | -1.745 | |
d. Lerend district Apeldoorn | -200 | ||||
5.5 | Dekking van de voorstellen | ||||
a. Stelpost boventrendmatige prijsstijgingen | 4.500 | 2.970 | 1.500 | 1.800 | |
b. Algemene reserve | 31.710 | 27.292 | 118 | ||
c. Bestemmingsreserve Hoger onderwijs | 200 | ||||
5.6 | Raming kapitaallasten nieuwe investeringen voor 50% | 171 | 241 | 426 | |
5.7 | Anticiperen op Hervormingsagenda jeugdzorg | 4.500 | 10.000 | 10.000 | |
5.8 | Primaire uitkomst MPB 2024 - 2027 | 4.105 | 12.864 | -16.707 | -25.258 |
5.9 | Minimale ombuigingstaakstelling | 6.707 | 5.258 | ||
Storting in Algemene Reserve | -4.105 | -12.864 | |||
Uitkomst MPB 2024 - 2027 | - | - | -10.000 | -20.000 |
5.1 Uitkomst begroting bestaand beleid 2024-2027
In de Voorjaarsnota 2023 hebben we de uitkomst van de MPB 2023-2026 als vertrekpunt genomen met een extrapolatie naar 2027. Daarbij zijn we er vanuit gegaan dat in 2027 onze loon-, prijs- en volumestijgingen gecompenseerd worden door een hogere algemene uitkering. De uitkomst van de meicirculaire 2023 was toen nog niet bekend. De trend van overschotten in 2024 en 2025 en tekorten in de jaren daarna zet zich in de geactualiseerde begroting door.
De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
- ondanks stijgende rente op de kapitaalmarkt zijn de kapitaallasten in 2024, 2025 en 2026 lager door vertraagde uitvoering van de investeringen en minder extern aan te trekken financiering;
- op basis van de meicirculaire 2023 is in de eerste jaren een de algemene uitkering hoger dan in de MPB 2023-2026 en in de recente Voorjaarsnota 2023 is verwerkt;
- de ingreep door het Rijk in de financiële verhouding na 2025 waardoor het gemeentefonds niet meer meegroeit met de rijksuitgaven (‘trap-op’) terwijl er nog geen uitgewerkt alternatief is. Dit heeft tot een korting van ca. € 3 miljard op het gemeentefonds geleid. Voor ons bijna € 30 miljoen. Dat verklaart grotendeels het verschil tussen de uitkomsten van 2025 en 2026.
- de jaarlijkse volumegroei bij Wmo en jeugdzorg wordt nauwelijks gecompenseerd in de algemene uitkering. Mede als gevolg van de door het Rijk aangepaste financieringswijze. In de Voorjaarsnota hebben hier voor jeugdzorg met € 2,7 miljoen op geanticipeerd. In de MPB houden we voor 2027 ook nog rekening met een pm. omdat de volumegroei mogelijk groter is.
Dit leidt tot een begrotingsuitkomst met een dubbele boodschap: incidentele budgetruimte in de eerste jaren en een structureel tekort voor 2026 en verder.
5.2 Algemene uitkering gemeentefonds (mei- en septembercirculaire)
a. Taakstellende uitgaven
De hogere algemene uitkering na de meicirculaire leidt tot hogere of nieuwe uitgaven voor invoering van de Wet Goed Verhuurderschap, Wmo beschermd wonen en participatie/voormalig WSW (Lucrato). Dit leidt tot een beslag op de begroting oplopend tot € 5,1 miljoen in 2027.
b. Taakstellende inkomsten
Het kabinet geeft aan het abonnementstarief voor alle Wmo voorzieningen af te willen schaffen. In plaats daarvan wordt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage heringevoerd. Vooruitlopend op het wetsvoorstel wordt het gemeentefonds vanaf 2026 met € 225 miljoen gekort. Voor ons een bedrag van € 2,25 miljoen. Wij zetten deze korting taakstellend door naar het programma Samenleving. Uiteraard is het afwachten of een nieuw kabinet deze lijn doorzet.
c. Hogere rijksvergoeding jeugdzorg
Voor de verdere uitvoering van de Hervormingsagenda zijn voor 2024 en 2025 incidentele middelen aan het gemeentefonds toegevoegd. Voor ons respectievelijk € 13,7 en € 8,6 miljoen die we in de begroting bestaand beleid hebben verwerkt. Voor 2026 en 2027 zijn op de rijksbegroting extra gelden voor jeugdzorg geraamd die uitgaan van besparingen bij gemeenten. Wij gaan er vanuit dat deze middelen aan het gemeentefonds worden toegevoegd en houden daarom rekening met hogere baten van respectievelijk € 3,5 en € 3 miljoen. Zie ook onder ad 5.7.
d. Gevolgen van de septembercirculaire
Met de Miljoenennota 2024 heeft het kabinet de septembercirculaire gepubliceerd. Dat moment viel samen met het vaststellen van deze MPB. Wij informeren u voorafgaand aan de bestuurlijke behandeling van de meerjarenbegroting met een brief over de uitkomsten van de septembercirculaire.
5.3 Voorstellen nieuw beleid conform Voorjaarsnota 2023
De raad heeft op 6 juli jl. ingestemd met de Voorjaarsnota 2023. De daarin opgenomen voorstellen voor onontkoombare ontwikkelingen, democratie en belastingen extra budgetten zijn in de MPB 2024-2027 verwerkt. U treft deze onderwerpen in het Samenvattend overzicht nieuwe ontwikkelingen en op de programma’s aan. De gevolgen van de CAO gemeenten 2023, de hogere uitgaven voor jeugdzorg en de kapitaallasten 2027 voor Stadmaken, stedelijke mobiliteit ca. hebben wij om praktische redenen al in de begroting bestaand beleid verwerkt (ad 5.1). Voor de verbouw van Omnizorg is in tegenstelling tot de Voorjaarsnota niet vanaf 2024 sprake van structurele kosten, maar vanaf 2026. Wel is voor 2024 een aanvullend voorbereidingskrediet van € 250.000 nodig. Wij stellen voor om hiermee in te stemmen.
5.4 Aanvullende voorstellen na integrale afweging
De uitkomst begroting bestaand beleid laat zien dat de budgetontwikkeling tot tekorten leidt. De groei van de algemene uitkering is aanzienlijk, maar na 2025 onvoldoende om onze uitgaven te dekken. Voor een belangrijk deel wordt dit veroorzaakt doordat het Rijk de bestaande financiële verhouding heeft losgelaten, de opschalingskorting op het gemeentefonds weer heeft ingevoerd en de financiering van gemeenten na 2025 koppelt aan het bruto binnenlandse product. Uiteraard dragen onze eigen (onontkoombare) uitgaven bij aan het oplopende tekort.
In deze MPB hebben wij dan ook gezocht naar een balans tussen de belangrijke maatschappelijke vraagstukken, de beschikbare financiële ruimte en de onzekerheden zoals we die eerder hebben geschetst. Voor het beoordelen van de resterende voorstellen uit de Voorjaarsnota hebben wij de volgende vertrekpunten gehanteerd:
- we hebben alleen voor 2024 en 2025 zicht op voldoende financiële ruimte en beperken daarom zo veel mogelijk de voorstellen die structurele gevolgen hebben;
- we wenden de vrije ruimte in de algemene reserve aan voor incidentele uitgaven maar houden een buffer aan voor toekomstige (autonome) ontwikkelingen;
- we honoreren voorstellen die door bestaande bestemmingsreserves of door bijdragen van derden kunnen worden gedekt.
Wij hebben in de afweging onderwerpen meegenomen die na het opstellen van de Voorjaarsnota 2023 naar voren zijn gekomen en die naar onze opvatting (technisch) onontkoombaar zijn Deels betreft het bestaande budgetten die door inflatie, premie ontwikkeling of volumegroei meer dan trendmatig stijgen. Wij stellen het volgende voor:
a. voorstellen aanvullend onontkoombaar na de Voorjaarsnota 2023
Verkiezingen € 304.000 tot € 435.000
De kosten van het organiseren van verkiezingen nemen toe. In de Jaarrekening 2022 heeft dit geleid tot een overschrijding. In 2027 zijn er verkiezingen voor zowel de Waterschappen als de Provinciale Staten. Hierdoor vallen de kosten in dat jaar hoger uit.
Verzekeringspremies; vanaf 2024 € 584.000 oplopend naar € 615.000 in 2027
We hebben te maken met een sterke stijging van de verzekeringspremies. We moeten onze panden en inventaris verzekeren tegen hogere herbouw- en aanschafwaardes, waardoor sommige premies bijna zijn verdubbeld; De kosten nemen daardoor jaarlijks met € 500.000 toe.
Structureel maken budget Catering; vanaf 2024 € 120.000
In de aanbesteding voor een cateraar voor het vernieuwde stadhuis zijn de locaties Noord en Zuid ook meegenomen zodat de wettelijke eisen in het omgaan met voedsel in alle locaties zijn geborgd. In de MPB 2021-2024 is ter dekking hiervan tot en met 2023 incidenteel € 113.000 toegekend. Wij willen het huidige contract tot en met 2027 uitnutten waarna een nieuwe aanbesteding plaats zal plaats. Door het tijd en plaats onafhankelijk werken zijn medewerkers indien nodig op kantoor, maar het gebruik van de catering is niet evenredig afgenomen. Wij stellen voor om het incidentele budget structureel te maken. Inclusief inflatie is dat een bedrag van € 120.000.
IT infrastructuur; vanaf 2024 € 67.000 oplopend naar € 204.000 in 2027
Bij de IT-infrastructuur (servers e.d.) is sprake van grote prijsstijgingen vooral veroorzaakt door ontwikkelingen op de wereldmarkt. Voor 2024 houden we rekening met een prijsstijging van 40% ten opzichte van de oorspronkelijke raming en daar komt voor 2025 en verder nog 10% bij. Dit leidt ertoe dat de door beschikbaar gestelde kredieten moeten worden verhoogd met € 1,3 miljoen waardoor de kapitaal-lasten toenemen oplopend tot € 204.000 in 2027. Wij stellen voor om in te stemmen met het noodzakelijke aanvullende krediet.
Bijstandsuitkeringen (BUIG); vanaf 2024 € 2,9 miljoen
In de MPB 2023-2026 zijn de uitgaven gebaseerd op een landelijk licht dalend aantal uitkeringen; dat leidde vorig jaar in de MPB tot een voordeel. Neerwaartse bijstelling van het macrobudget BUIG door het Rijk, een hoger aantal bijstandontvangers in Apeldoorn en een stijgend aantal uitkeringen in de komende jaren (bron: CPB) zorgen voor hogere uitgaven op deze open-einde-regeling.
Wmo maatwerk en algemene voorzieningen; 2024 € 1.048.000 oplopend naar € 1.326.000 in 2027
Uit een quick scan in 2022 naar de tarieven 2022 en 2023 van de maatwerk- en de algemene voorzieningen vallend onder de zorg-cao’s werd duidelijk dat de werkelijke kostenontwikkeling afwijkt van de indexatie zoals gehanteerd in de tarieven. Er is bijstelling nodig vanwege o.a. de wettelijke verplichting om reële tarieven te betalen.Eind november 2022 is het besluit over de hogere tarieven genomen. In de actuele prognoses is de extra tariefsverhoging voor 2022 (van 3,25% naar 5,5%) meerjarig doorgerekend wat leidt tot een structurele budgetverhoging met ruim € 1 miljoen.
Verhogen subsidie ACEC € 150.000 in 2024, 2025 en 2026
In lijn met de motie 'Duurzame toekomst voor ACEC' die door de raad op 6 juli jl. is aangenomen stellen wij voor om de extra subsidie die ACEC tot en met 2023 ontvangt voor 2024, 2025 en 2026 te continueren. Begin 2024 zal de nieuwe beleidsnota cultuur & erfgoed gereed zijn. Een eventuele structurele subsidie voor ACEC zal daarbij worden betrokken.
b. voorstellen met incidentele gevolgen via het ApeldoornOntwikkeltFonds (AOF)
In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is een geactualiseerde risicopositie opgenomen. Bij een weerstandsratio van 1,7 dient in de algemene reserve ruim € 93 miljoen als vermogen beschikbaar te zijn. Inclusief alle recente onttrekkingen uit de reserve en 75% van de uitkomst van de Tussentijdse rapportage 2023 bedraagt de algemene reserve op 31 december 2027 € 158 miljoen. In bijlage 1 van de MPB treft u een doorrekening van de algemene reserve aan. Dit leidt tot € 65 miljoen (€ 158 -/- € 93 miljoen) aan vrij aanwendbare deel van de algemene reserve. Dit is beschikbaar als voeding van het AOF en voor dekking van incidentele exploitatie-uitgaven. In paragraaf 5.9 lichten wij de criteria voor het AOF toe.
Wij stellen met betrekking tot het AOF de volgende bestemming voor:
Onderwerp | Programma | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|
Strategische verwerving/negatieve grondexploitatie | Leefomgeving | -16.500 | |||
Onrendabele top warmtenet/nadeel volloop Kerschoten | Leefomgeving | -17.000 | |||
Overdimensioneren warmtecentrale / uitbreiding warmtenet | Leefomgeving | -pm. | |||
Onrendabele top geclusterde zorgwoningen | Samenleving | -1.000 | -1.000 | ||
Uitvoeringsprogramma energietransitie | Leefomgeving | -2.000 | -2.000 | ||
Bijdrage Rijk in energietransitie | Leefomgeving | 750 | 1.350 | ||
Stadmaken/BSK ontwikkelportfolio formatie | Leefomgeving | -785 | -785 | ||
Totaal | -19.535 | -19.435 |
Bovengenoemde onderwerpen zijn ook in de Voorjaarsnota 2023 opgenomen. Op de betreffende programma's treft u per onderdeel een toelichting aan. De reeks voor energietransitie sluit aan op het Programma energietransitie 2023-2030 zoals dat aan de raad is gepresenteerd.
c. overige voorstellen Apeldoorn ontwikkelt en Duurzaam fundament
In afwachting van de midterm review, het nieuw-voor-oud proces en de financiële mogelijkheden die een nieuw kabinet gaat bieden, hebben wij vrijwel alle voorstellen die in de Voorjaarsnota onder 'Apeldoorn ontwikkelt' en 'Duurzaam fundament' zijn opgenomen alleen voor 2024 en 2025 toegekend. Dit betekent dat de extra capaciteit die bij enkele voorstellen nodig is niet via vaste maar via tijdelijke formatie ingevuld dient te worden. Bij de Voorjaarsnota 2024 beoordelen we opnieuw of na 2025 financiële ruimte beschikbaar is om (een deel van) de budgetten te kunnen continueren.
Van vier voorstellen stellen wij voor om ze structureel toe te kennen, omdat het kapitaallasten betreft die voortvloeien uit beperkte investeringen en omdat het voor twee jaar honoreren van een projectleider natuurbrand- preventie zonder daar verder gevolg aan te geven niet logisch is. Dit betreft de voorstellen voor investeren in een topbeach accommodatie, pumptrack Orden, attractief houden Boschbad en natuurbrandpreventie. Ook nemen wij structureel € 65.000 op ten behoeve van het jeugdeducatiefonds conform de motie 'Elk kind verdient een gelijke kans. Toch?’ bij de Voorjaarsnota 2023.
In het Samenvattend overzicht van nieuwe ontwikkelingen en in de begrotingsprogramma's onder nieuwe ontwikkelingen treft u deze voorstellen met toelichting aan.
d. Lerend District Apeldoorn
Wij beschikken al enkele jaren over een bestemmingsreserve Hoger Onderwijs met middelen die aangewend kunnen worden voor het ontwikkelen van activiteiten van hoger onderwijsinstellingen in Apeldoorn. In 2024 wil ons college doorpakken met het rondom het centraal station ontwikkelen van het Lerende District Apeldoorn. Wij stellen voor om uit de bestemmingsreserve € 200.000 aan te wenden voor de ontwikkel- en opstartfase van het Lerende District in 2024 en 2025. In het Lerend District gaat naast het hoger onderwijs ook ondernemerschap een belangrijke rol spelen.
5.5 Dekking van de voorstellen
a. Via de stelpost boven trendmatige prijsstijgingen
In de MPB 2023-2026 is een stelpost boven trendmatige kostenstijgingen ingesteld. Overeenkomstig de Voorjaarsnota 2023 dekken we hieruit de vanaf 2025 oplopende kapitaallasten van de investering verduurzaming gemeentelijk vastgoed en we maken vanaf 2024 gebruik van een structurele vrijval uit de stelpost nu de energieprijzen zijn gestabiliseerd.
b. Via een bijdrage uit de algemene reserve
We onttrekken ruim € 59 miljoen uit de algemene reserve: € 39 miljoen ten gunste van het AOF en € 20 miljoen gebruiken we als dekking voor de hogere exploitatie uitgaven in 2024 en 2025. Na deze onttrekking resteert in de algemene reserve, bovenop het eerdergenoemde risico aandeel van € 94 miljoen, nog ca. € 5 miljoen als buffer voor toekomstige autonome ontwikkelingen. In de doorrekening van de algemene reserve treft u het saldo eind 2027 aan.
c. Via de bestemmingsreserve Hoger onderwijs
We dekken de € 200.000 voor het Lerend District Apeldoorn uit de reserve Hoger onderwijs.
5.6 Raming kapitaallasten nieuwe investeringen voor 50%
Evenals in de MPB 2023-2026 ramen wij de kapitaallasten voortvloeiend uit de (nieuw beleid) investeringen in deze MPB op 50%. We gaan er vanuit dat de uitvoering vaak complex en tijdrovend is waardoor de beoogde fasering niet altijd wordt gehaald.
5.7 Hervormingsagenda jeugdzorg
Wij hebben de afspraken die het Rijk, VNG en de brancheorganisaties over de Hervormingsagenda jeugdzorg en de transitiemaatregelen hebben gemaakt vertaald naar bedragen voor Apeldoorn. Wij gaan er vanuit dat deze maatregelen het nadeel in de huidige MPB van structureel € 10 miljoen, dat wordt veroorzaakt door een aflopende rijksvergoeding in de tekorten jeugdzorg, zal compenseren. Of door hervormingen die effect sorteren in de breedte van het maatschappelijk domein of door een hogere rijksvergoeding. De actieplannen preventie jeugd en onderwijs, armoede en gezondheid zijn belangrijk om de hervormingen te kunnen realiseren. Van nog groter belang zijn de randvoorwaarden die het Rijk moet scheppen en de medewerking van de diverse partners daarbij. Partners waarop wij als gemeenten niet altijd invloed hebben.
Door deze reeks in te boeken wordt het begrotingsoverschot in 2025 € 4,5 miljoen hoger en daalt het tekort op de begroting in 2026 en verder met € 10 miljoen. Het is evident dat wij deze besparingen uit de hervormingsagenda jeugdzorg als (top)risico hebben opgenomen.
5.8 MPB uitkomst conform VNG scenario (problematiek niet-taakgebonden kortingen rijk)
In haar ledenbrief van 14 juli 2023 geeft de VNG een begrotingsadvies aan gemeenten. Een uitzonderlijk advies omdat de VNG in feite oproept om af te wijken van wetgeving die bepaalt dat aan de raad een sluitende meerjarenbegroting wordt voorgelegd. Het advies sluit aan op de resolutie die de gemeenten in juni 2023 op de algemene ledenvergadering van de VNG met grote meerderheid hebben aangenomen. In het begrotingsadvies stelt de VNG voor om:
- voor 2024 en 2025 een sluitende begroting te presenteren en
- 2026 en 2027 in beeld te brengen in de vorm van een realistische begroting gebaseerd op het huidige takenpakket, noodzakelijke investeringen, inflatie, stijgende rente, ambities uit een coalitieakkoord en geschatte mee- en tegenvallers.
Wij hebben ons in juni achter de resolutie geschaard en presenteren de MPB-uitkomst daarom op deze wijze. Daarbij houden wij rekening met de uitgangspunten zoals die in de Voorjaarsnota 2023 zijn opgenomen: een maximaal tekort van €10 miljoen in 2026 en een maximaal tekort van € 15 - € 20 miljoen in 2027. Dit uitgangspunt leidt sowieso tot een minimale ombuiging van € 6,6. miljoen in 2026 en van € 5,2 miljoen in 2027. Er zal echter een grotere bijstelling nodig zijn om tot een solide begroting voor 2026 en verder te komen. Wij denken daarbij aan een ombuigingstaakstelling van € 15 - € 30 miljoen. Deze betrekken wij bij de midterm review en het nieuw-voor-oud proces dat de komende maanden uitgevoerd zal worden.
De uitkomsten voor 2024 en 2025 zijn samen € 17 miljoen positief. Dit overschot voegen we toe aan de algemene reserve omdat ze nodig zijn over voldoende weerstandsvermogen te beschikken tegenover onze risico's en om dekking te bieden voor de bovengenoemde aanvullende voorstellen ten laste van het AOF en de exploitatie.
De provinciaal toezichthouder toetst de MPB vooral op het eerste begrotingsjaar. De jaarschijf 2024 dient reëel en structureel sluitend te zijn. In de voorliggende MPB is dat het geval. Pas na 2025 ontstaan structurele tekorten.
5.9 Andere scenario's en midterm review
Het gehanteerde VNG scenario is wat ons betreft eenmalig. Het is een 'proteststem' vanwege de onzekerheid over voldoende financiering van onze taken door het Rijk. Een onzekerheid die met de val van het kabinet voorlopig zal blijven. Voor 2025-2028 streven we naar een begroting waarin de tekorten zijn teruggedrongen. Daarmee voorkomen we dat in 2026, wanneer er gemeenteraadsverkiezingen zijn, nog steeds grote tekorten bestaan waarvoor geen oplossing is. Het is daarbij zeer de vraag of we een extra bijdrage van het Rijk en het nieuwe kabinet tegemoet kunnen zien.
Uiteraard zijn voor de MPB 2024-2027 andere scenario's denkbaar. Bijvoorbeeld een scenario waarin de tekorten oplopen boven de kaders zoals die in de Voorjaarsnota 2023 zijn gesteld. Dit scenario zou betekenen dat de bezuinigingsopgave volgend jaar nog verder gaat oplopen in combinatie met een lastig te maken inschatting van toekomstige (extra) rijksvergoeding.
Ook is een scenario mogelijk dat uitgaat van een meerjarenbegroting die in alle jaren sluitend is. Dit scenario zou betekenen, dat we vooruitlopend op de midterm review in deze MPB al verregaande ombuigingen moeten voorstellen. Terwijl het op dit moment onduidelijk is hoe de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten er uit zal zien. Bij de Voorjaarsnota 2024 komen wij opnieuw voor deze afweging te staan. Tegen die tijd biedt een nieuw kabinet hopelijk meer zicht op de structurele financiering van gemeenten.
Wij zullen echter rekening moeten houden met slechts een beperkte tegemoetkoming door het Rijk. Bij eerdere kabinetsformaties heeft een nieuw kabinet voor dekkingsmiddelen regelmatig een greep uit het gemeente- en provinciefonds gedaan. Dit onzekere toekomstbeeld en de taakstelling die minimaal nodig is om binnen de kaders van de Voorjaarsnota 2023 te blijven zullen de ombuigingsopgave voor onze begroting 2025-2028 bepalen. Wij gaan daar het komende halfjaar met de gemeenteraad over in gesprek.
5.10 ApeldoornOntwikkeltFonds (AOF)
De raad heeft bij het vaststellen van de nota Reserves en Voorzieningen 2023 op 11 mei jl. ingestemd met het vervallen van de aparte spelregels voor de BROA en het omzetten van deze reserve naar een Ontwikkelfonds. Wij hebben in de Voorjaarsnota aangegeven dat we in deze MPB nader in zullen gaan op het doel van het AOF en de criteria voor het inzetten van het fonds. Wij stellen voor om het Fonds voor de volgende doelen te gebruiken:
1. schaalsprong Apeldoorn 2040 inclusief strategische aankopen (prioritair: BSK, Zuidrand en Uddel)
2. ontwikkeling en onrendabele top van bedrijventerreinen
3. onrendabele top energietransitie en warmtenet
4. versterken van het sociaal fundament.
In de toekomst kan de reikwijdte van het fonds verder uitgebreid worden. Wij zijn echter voorstander van een fonds met een beperkt aantal grote maatschappelijke opgaven. Alle overige ontwikkelingen dienen primair via de exploitatie of separate reserves te worden betaald. Wij stellen voor het AOF de volgende criteria voor:
- het AOF moet recht doen aan de bestuurlijke keuzes die eerder zijn gemaakt zoals bij de Omgevingsvisie 2040 en bij de Kadernota Maatschappelijke Ontwikkeling;
- in het fonds worden maatschappelijke opgaven opgenomen die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van Apeldoorn 2040 en die niet in de jaarlijkse exploitatie van de MPB passen;
- het gaat om incidentele opgaven waarbij de uitvoering zich over meerdere jaren uitstrekt;
- jaarlijks wordt bij de MPB afgewogen of een nieuwe ambitie aan het Ontwikkelfonds moet worden toegevoegd inclusief de benodigde dekkingsmiddelen;
- voeding van het AOF gebeurt via de MPB of de Voorjaarsnota met een onderbouwing op hoofdlijnen van de ambitie. Hiermee worden de middelen in het fonds gereserveerd, maar het college kan het geld nog niet uitgeven;
- onttrekking uit het AOF vindt plaats met een door de raad vastgesteld bestedingsplan en begrotingswijziging. Op dat moment ontstaat in het AOF een project met een fasering van de uitgaven. Als het bestedingsplan al in de MPB concreet onderbouwd kan worden, dan is geen apart raadsbesluit meer nodig;
- voor overheveling tussen projecten in het AOF is instemming van de raad nodig.
Onderwerpen die tot een investering met kapitaallasten leiden kunnen niet ten laste van het Ontwikkelfonds worden gebracht maar moeten in de exploitatie worden opgevangen. De voormalige BROA kende een aflopend aantal kleinere projecten. Uit efficiency overwegingen nemen we deze projecten tijdelijk nog op in het AOF.
5.11 Pm. posten Voorjaarsnota 2023
Bij enkele voorstellen is naast concrete bedragen sprake van een aanvullende pm. raming.Dit geldt voor de extra volumegroei jeugdzorg, de oplossing voor de parkeerproblematiek Apeldoorn West, verbouw Omnizorg, impuls groen (NIKA) en het eventueel terugdraaien van de extra OZB verhoging in de MPB 2017-2020. Voor de volgende onderwerpen doen wij in de MPB 2024-2027 geen voorstellen maar betrekken deze bij de Voorjaarsnota 2024: regie op bewindvoering, onderzoek revitalisering Omnisport, extra capaciteit transitie landbouw/agrarische sector, actieplan armoede, jongerenbus en ondertunneling Laan van Erica en Laan van Spitsbergen.
5.12 Indicatoren
In deze MPB hebben wij en apart hoofdstuk toegevoegd met de brede welvaart indicatoren die door het CBS zullen worden gemeten. De verplichte BBV indicatoren, waarvan verschillende een beperkte actualiteitswaarde hebben, zijn uit de programma's gehaald en treft u aan op een bijlage. Daarnaast bevat de MPB tot en met 2023 ca. 30 indicatoren die in het verleden op verzoek van de gemeenteraad in de programma's zijn opgenomen. Deze indicatoren zijn ook in de nieuwe programmastructuur verwerkt.
Ten aanzien van deze laatste categorie stellen wij voor om de indicator Rapportcijfer geleverde zorg te laten vervallen en te vervangen voor een beter bij onze doelstellingen passende indicator. Niet de geleverde zorg staat centraal, maar de wijze waarop onze inwoners zelfredzaam zijn en de ondersteuning die we daarbij kunnen bieden. Daarnaast wordt de indicator niet meer op deze wijze gemeten, waardoor er na 2020 geen actuele cijfers meer zijn.
5.12 Woonlastenontwikkeling
De gemeentelijke woonlasten voor huishoudens met een eigen woning betreffen de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. In onderstaande tabel wordt een totaalbeeld gegeven van de ontwikkeling van de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden met een woningwaarde van afgerond € 384.000. In 2023 hebben we een korting verleend van €100 op het aanslagbiljet. Die eenmalige korting buiten beschouwing latend, stijgen de woonlasten in 2024 met 3,6%.
Woonlasten | 2023 | 2023 | 2024 | % ontwikkeling in 2024 |
---|---|---|---|---|
meerpersoonshuishoudens | MPB 2023-2026 | MPB 2023-2026 definitief | ||
Gemiddelde woningwaarde | € 378.730 | € 378.730 | € 384.411 | 1,5% |
OZB | € 379,11 | € 379,11 | € 389,79 | 2,8% |
Rioolheffing | € 167,02 | € 167,02 | € 172,22 | 3,1% |
Afvalstoffenheffing | € 288,00 | € 288,00 | € 302,00 | 4,9% |
Totaal | € 834,13 | € 834,13 | € 864,01 | 3,6% |
Eenmalige teruggave belastingen | € -75,00 | € -100,00 | ||
Totaal na teruggave 2023 | € 759,13 | € 734,13 | € 864,01 | 17,7% |
In het COELO-rapport ‘Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2023’ neemt Apeldoorn als het gaat om gemiddelde woonlasten woningeigenaren meerpersoonshuishoudens plek 10 in van de 40 grootste gemeenten (nummer 1 heeft de laagste lasten). We kunnen nog niet overzien welke positie Apeldoorn in 2024 zal innemen.